2 december t/m 18 december 2016
De tijd vliegt voorbij.
Een drukke periode met Agnes en Suzette, waarbij wij aardig wat ankerplaatsen afgestroopt hebben.
Anguilla, Saba, St. Barth, St. Maarten natuurlijk met de haven van Oyster Pond, Marina Fort Louis, de stranden van Baie du Marigot, Grand Case Anse Marcel en de eilanden Ilet Pinel en Ile Tintamarre zijn de plaatsen die wij al zeilend, snorkelend en duikend bezocht hebben.
Witte zandstranden, duiken in een tropisch aquarium, zeeschildpadden en vele lizards in allerlei soorten, kleuren en maten.
Deze omgeving maakt de oversteek van 19 dagen met de vele windstiltes met klapperende zeilen en een zware depressie meer dan goed.
Wat opvalt zijn de grote verschillen tussen de eilanden.
In het algemeen is het op de Franse eilanden best goed geregeld en lijkt qua prijsstelling en moderniteit zoals wij dat gewend zijn in Europa. Bij elk eiland moet je je melden bij immigratie voor het in- en uitchecken. Bij de Fransen is dat meestal bij de havenmeester, waarbij jezelf de formaliteiten kan afwikkelen via de PC. De beambte hoeft dan alleen nog maar een stempel en zijn handtekening te zetten.
Bij de Engelsen waan je je een eeuw in de tijd teruggezet.
Eén persoon houdt zich bezig met het inchecken. Een ander met het uitchecken. Weer een ander controleert e.e.a. en vervolgens weer een ander, die op uiterst secure wijze de boel in ordners stop. En dan heb je natuurlijk nog de baas, die druk bezig is baas te zijn. En een computer misschien? Vergeet het maar. Alles gaat nog netjes op authentieke wijze. Doorschijfsysteem, carbonnetjes, die soms verkeerd om tussen de velletjes papier gelegd worden, zodat alles weer met handje overgedaan moet worden. Vieze vingers. Maar vriendelijk is men, dat moet gezegd worden.
Zo anders dan bij aankomst op Saba. Wij werden daar hartelijk onwelkom geheten door de Harbour master(s). Arrogante vlegels, die ons op hautaine wijze wegwuifden maar wel via de marifoon doorgaven, dat wij een eind verderop aan een mooring konden gaan liggen om dan vervolgens met onze dinghy aan wal moesten komen om in- en uit te checken.
“Lekker” als je weet, dat het tegen de avond loopt, veel deining geeft met een sterke wind en dat wij land alleen al roeiend zouden kunnen bereiken.
Saba forget it. Wij hebben op een andere plek bij Saba gemoored en de volgende dag verder gezeild naar een meer gastvrij eiland. Er was ook Nederlandse politie aanwezig, maar wat die daar doen??? Betaalde vakantie wellicht?
Saba een eiland in nevelen gehuld en laat dat zo maar blijven.
St. Maarten is een verhaal apart.
Eén eiland verdeelt in een Frans deel en een Nederlands deel. Twee hoofdsteden en twee totaal verschillende culturen. Het Franse deel valt onder de EU. Je betaalt in Euro’s en de prijzen zijn op EU niveau. Frans is de voertaal, maar iedereen spreekt ook Engels. Het is hier best goed uit te houden. En meer dan dat. Het is hier fijn.
Het Nederlandse deel is compleet anders. Hartstikke duur en overal moet je voor betalen. Voor ankeren, openen brug, moorings etc.. Je kan niet gek bedenken of het kost je bakken met geld. Vooral de zeer rijken vind je hier terug. Het schip van Steven Jobs ligt hier evenals het op één na grootste supermotorjacht (Eclips) ter wereld met als eigenaar een rus. Nederlands wordt hier niet gesproken. De voertaal is Engels en je betaalt in US-dollars. Er is hier niet veel Nederlands ter herkennen. Dit “Nederlandse” deel is grotendeels gericht op de US. De tegenstelling tussen arm en rijk is hier opvallend om niet te zeggen schrijnend.
Wij voelen ons op het Franse St. Maarten aanzienlijk beter thuis, dan op het Nederlandse deel.
Onze Kairos is naar Nederlandse begrippen is met zijn 45 voet toch van redelijke grootte. En als je met een boot van deze omvang in NL vaart, dan heb je het gevoel, dat hij minstens nog 10 voet groter is.
Maar met het steeds westelijker varen voelen wij ons steeds kleiner worden.
Als wij in een haven liggen, geplet tussen al die catamaran kastelen en superjachten, vragen wij ons steeds meer af hoe wij dat toch doen? De tocht van NL naar Spanje/Portugal, Canarische eilanden, de Kaapverdien en nu de Atlantische oversteek. Wij worden ons steeds meer bewust van onze eigen kleinheid. Een lesje in nederigheid zullen wij maar zeggen.
Op 13 december zijn Agnes en Suzette weer teruggekeerd naar Nederland.
Met pijn in hart hebben zij van ons afscheid genomen ons in eenzaamheid achterlatend.
Voor het eerst zullen wij dit jaar geen Kerst en Oud en Nieuw met de familie vieren.
Best moeilijk!
De dagen na hun vertrek besteden wij aan wat rondtrekken, ankeren, boodschappen doen, de was
en natuurlijk de reparatie van onze buitenboordmotor.
Een onmisbaar ding hier, die niet zo goed houdt van ondersteboven in het zeewater te hangen en die je vooral nodig hebt als je zoveel ankert als wij doen. Ik roei mij nu compleet suf met onze dinghy om aan land te komen. Het is maar een klein ding (vandaar de naam dinghy) en zeer windgevoelig. Als je de pech hebt om tegen de wind in te moeten roeien dan levert dat zeer pijnlijke biceps op. Vooral in de morgen als je je tandenpoetst. (Wat kan een tandenborstel dan zwaar zijn).
Maar enfin. De verwachting is dat deze gemotoriseerde propellor binnenkort weer up and running is, zodat wij ons zwerversbestaan kunnen voortzetten. Wij kijken ernaar uit.
Lieve mensen, Wat een heerlijke verhalen en super vette foto’s. Kerst vieren in de warmte perhaps sans arbre met ballen, kaarsen en piek, tja echt een beetje behelpen. The kids are always a special gift. Vanuit petit chateau Sterksel wensen we jullie fijne kerstdagen en een gezonde goede vaart het nieuwe jaar 2017 in. Noor & Tim
LikeLike