Zaterdag 12 november tot 1 december 2016
De wind komt vrijwel continue variërend uit het NO tot ZO en in kracht wisselend. Over het algemeen tussen de 10 en 15 knpn wind wat eigenlijk voor een voordewindse koers te weinig is. Gevolg: klapperende zeilen, waarbij Kairos elke keer een doffe dreun krijgt als de slaphangende zeilen zich door de wind laten vullen.
De combinatie weinig wind en zijwaarts inkomende golven is knap vervelend. Je voelt je soms net een geklutst ei. (shaken, not stirred)
Snelheid betekent comfort en dat is precies wat niet lukt.
De dagen vullen wij met veel lezen, slapen, wachtlopen, wat eten, vissen en het bewonderen van de oceaan, sterrenhemel, vallende sterren, vogels, vliegende vissen en zo nu en dan bekijken of wij nog op koers liggen.
Afgelopen paar uur worden wij gevolgd door een soort zeemeeuw. Deze vliegt steeds om en over ons heen. Waarom doet zo’n vogel dat, vraag je dan af. Algauw is dat geheel duidelijk. Hij gebruikt Kairos als schietschijf. Tot 3 x toe plaatst hij een voltreffer op onze voorluiken met de inhoud van zijn darmen. Kennelijk tevreden gaat hij vervolgens zijns weegs ons met de smurrie achterlatend. Wegwezen jij en please kom niet meer weerom.
Er is altijd wat te doen.
Overdag proberen wij zo vaak mogelijk onze genaker te zetten (= 130 mtr). Een must bij weinig wind. Niet alleen omdat je dan meer snelheid weet te genereren, maar ook om het schommelen van het schip door de hoge oceaandeining te verminderen. Maar wat doe je als de genaker in de top van de mast vast blijkt te zitten? Je kan hem niet neerhalen, maar ook niet vast laten zitten. De mast ingaan is, vooral als je met zijn tweeën bent, geen optie. We hebben het probleem opgelost door de genaker om de genua te wikkelen, zodat er de minste risico van kapot slaan is. We varen nu wel 1 -2 knpn p/u langzamer en schommelen beduidend meer wat het comfort niet ten goede komt en de reistijd verlengt.
Op St. Maarten aangekomen, blijkt de val vastgeklemd te zitten op het blok en met veel moeite hebben wij het zaakje los weten te krijgen.
Tijdens het motoren blijkt plotseling de motor koelwater te lekken. Zoek dan maar eens uit, op een zwaar schommelend schip in de motorruimte het lek te vinden. Uiteindelijk blijkt een lekkende slang het probleem te zijn. Door een extra klem aan te brengen is het probleem opgelost. De vraag die bij mij overblijft is, waarom scheepsontwerpers schepen ontwerpen, die voor onderhoud en reparaties zo belabberd ontworpen zijn. Ik krijg de indruk, dat deze ontwerpers met een sadistisch genoegen en bulderend van het lachen met in het achterhoofd een zwetende en vloekende reparateur hun ontwerpen bewust zo maken.
Wij hebben op het moment (17 nov. 2016) een derde deel van de Atlantische oversteek afgelegd. Continue met een bakstag windje van zo rond de 10 – 15 knpn. De voortgang is traag en het klapperen van de zeilen is heftig. Uiterst oncomfortabel.
En zo zijn nog wat andere ongemakjes. Zoals het gasfornuis, waarvan een brander niet branden wil. De talrijke vliegende vissenlijkjes overboord zetten. Vliegende vissen hebben kennelijk niet door dat vissen niet bedacht zijn om te vliegen, maar wel om te vissen!
Vissen wil niet echt lukken. Nog steeds niet. Een zeer frustrerende bezigheid. De vissen vliegen je hier om de oren, maar ze laten zich niet vangen.
De squalls. Te vergelijken met de autowasstraat. Maar dan op de Atlantische oceaan. Vooral gericht op zeilboten. Met heeeeel veel water en heeeeel veel lucht, uit verschillende richtingen, wordt je boot schoongewassen. Meestal komen zij in “treintjes” voorbij, maar vooral over je heen. Een prachtig schouwspel, maar het komt niet ten goede aan je nachtrust. Het is gratis, dat wel.
Een kapot blok van de giekneerhouder, die uiteraard ’s-avonds breekt. Heel vervelend. Grootzeil gaat neer en wij varen verder met alleen het kotterzeil op. Betekent wel, dat de snelheid eruit is en dat we veel last hebben van de deining van de oceaan. Gevolg: Kairos lijkt wel een knikkerbak. Alles ratelt, klopt en tikt. Niet goed voor de nachtrust. Gelukkig weten bij daglicht het euvel op te lossen en kunnen wij weer een beetje snelheid maken. Op St. Maarten aangekomen, blijkt de val vastgeklemd te zitten op het blok en met veel moeite hebben wij het zaakje los weten te krijgen.
’s-Nachts, 26 op 27 november, ontwikkelt zich een diepe depressie met een windje van 30 – 35 knpn. met uitschieters naar 40 knpn. Best bespannend. Wij lopen met de wind in de rug zomaar 8 – 10 knpn. Ver boven de rompsnelheid van Kairos. Hij graaft zich in en het lijkt of Kairos ineens op rails loopt. De stuurautomaat in de hoogste stand en lopen maar. De hele nacht door. Kotterstag ingerold en grootzeil 1 x gereefd en gaan met die banaan. En regen……… met bakken. De nacht is donker, de regen is ongelooflijk veel evenals de wind. De nacht staan wij continue paraat, maar Kairos lijkt zich nergens aan te storen en gaat onverstoorbaar zijns weegs. Bij daglicht luwt de wind, de regen houdt op en in de loop van de dag krijgen wij te maken met weinig tot geen wind.
De generator. Redelijk onmisbaar, maar ook deze geeft weleens de geest. Om onduidelijke redenen heeft hij er geen zin meer in. Hij slaat wel aan, maar na aanslaan stopt hij met enig gepruttel. Wij kunnen nu geen water meer maken. Niet dat dat zo erg is, maar de dagelijkse douche op het achterdek lopen wij nu mis en de koelkasten gaan uit. Wij gebruiken de motor om de accu’s op te laden en doen wat zuiniger aan met de energievoorziening. Geen probleem, maar je moet nu wat bewuster omgaan met je beperkingen. Op St. Maarten kunnen wij pas de generator goed bekijken en blijkt een schakelaartje losgetrild te zijn. Na wat gepruts mijnerzijds is het probleem opgelost en kunnen wij weer energie maken evenals water. Pffff….een hele opluchting.
De laatste 2 dagen kenmerken zich wederom door weinig tot geen wind. We zijn het zat. Wij willen nu weleens St. Maarten inzicht hebben. De motor gaat aan en zo pruttelen wij de 2 dagen door. Met nog 1/3 van de tankinhoud komen wij aan op St. Maarten en worden warm opgevangen door Agnes en Suzette.
Heerlijk om zo ontvangen te worden.
Moe, maar tevreden schuiven wij ’s-avonds ons mandje in.