De Bahama’s (vervolg)

19 februari – 6 maart 2017

(11 maart 2017: Eindelijk WiFi vanuit West Palm Beach met een AT&T simcard . Wat voel je je buitengesloten als je geen communicatiemiddelen hebt en eindelijk kan ik weer mijn Blog uploaden)

Van het eiland Acklins Island naar Long Island.

Een beetje saai, maar de 65Nm hebben wij gemotord. Er is nauwelijks wind en wij willen dit keer voor donker bij Clarence Town (op Long Island) aankomen. Bij ondergaande zon komen wij aan en voor het eerst sinds vele dagen komen wij in de baai van Clarence Town wat ankerende catamarans tegen. De wind trekt stevig aan waardoor wij een hobbelige nacht meemaken. De weersverwachting is niet goed en wij besluiten voor één nacht in de haven te overnachten. Het is een moetje, dat wel. Bij de oversteek van het Hogsty Reef naar Clarence Town zijn wij ons dinghytje kwijtgeraakt. Het (eigenwijze) ding heeft kennelijk voor zichzelf besloten een eigen koers te varen.  Ons in de steek latend en dan kom je er pas echt achter, dat je niet zonder zo’n ding(hy) kan. Je bent verstoken van alles. Je kan niet meer de kant op, maar je kan ook moeilijk contact leggen met andere reizigers.

Maar goed, een nachtje in de haven is ook zo slecht nog niet, behalve dan dat je daar U$ 110,- voor neer legt. Pffff………exorbitant. En wat krijg je dan? Alleen een ligplaats zonder stroom en water, maar wel Wifi met eindelijk contact met het thuisfront.

Op MarineTraffic zijn wij helaas al lang niet meer te volgen.

De haven zelf is best mooi. Nieuwe gebouwen met nieuwe voorzieningen, maar het achterland is triest. Heel triest. Een deel van de bevolking is vertrokken na al het hurricane geweld van de afgelopen jaren naar veiliger oorden. Ik vraag mij af of een dergelijke haven lucratief kan zijn. Te klein, te duur, te ver weg van Florida, geen achterland en natuurlijk de weerkerende hurricanes. Het getuigt wel van lef om een project als deze aan te gaan.

Van Clarence Town naar George Town op Great Exuma Island. 

Een afstand van zo’n 88Nm. Te ver om in daglicht af te leggen. Daarom besluiten wij om voor donker te vertrekken (om 15.00 uur) zodat wij de volgende ochtend bij daglicht in Georg Town kunnen landen. Helaas helaas. We gaan veel te snel. Snel varen is een kunst, maar je tempo verlagen ook. Zelfs met een streepje zeil lopen wij toch nog 7 Knp. p/uur. De wind staat hard, de golven zijn hoog en om een beetje comfort te hebben moet je toch wel wat snelheid houden. Uit armoede zijn wij maar 10 Nm omgevaren om bij het krieken van de dag de lagune bij Georg Town binnen te lopen.

De lagune is ongeveer 6Nm lang met vele ondieptes en rotsen. Daar tussendoor laverend kom je honderden andere zeilers tegen. Canadezen, Amerikanen uiteraard, fransen en geen enkele NL-er. Je kan merken, dat je langzamerhand in de buurt van de US komt. Het is allemaal Amerikaans wat de klok slaat. Onze dinghy missen wij, maar gelukkig is hier ook nog een watertaxi. Die laat je overigens wel 2 uur wachten na de eerste oproep en voor U$10,- p/p brengt hij je naar land. Georg Town stelt als “Town” niet veel voor. Geen Wifi, weinig faciliteiten, een klein supermarktje en ook hier een treurig achterland. Wel is hier een soort community van vooral Amerikaanse zeilers, die leuke dingen organiseren, elkaar helpen en elkaar sociaal bezighouden. Best aardig, maar voldoende reden om weer door te trekken naar de Exuma.

De Exuma.

Een eilandenketting van honderden eilandjes met vele ankerplaatsen en hotspots waar iets te doen is.

Snorkelen, duiken, vissen en zwemmende varkentjes.  Voor de duidelijkheid: de varkens zijn degenen die  geen zwemkleding aan hebben!!

De vissen zijn hier in grote van de overtreffende soort. Verpleegstershaaien, die de nodige en onnodige zorg aan je besteden, gigantische roggen, Wahu Wahu’s, Mahi Mahi’s van 1 – 1,5 meter en nog vele andere mij onbekende vissoorten. Mooi!

Wij hebben heel wat eilandjes op de Exuma afgestroopt, maar op een gegeven moment ben je het ook wel een beetje zat.

De afstand van de ene hotspot naar de andere is best groot, waardoor je meestal wel een nachtje moet doorvaren of heel vroeg opstaan en dan hopen dat je voor zonsondergang op de plaats van bestemming aankomt. Het zeilen zelf gaat vaak met dichtgeknepen billen. Het is nl. aan de Westzijde van de Exuma ondiep met vele rotsen waar je omheen moet zien te varen. Aan de Atlantische (Oostzijde) vaar je met de overheersende oostenwind aan de lage kant met een hoge deining. Het gaat allemaal best goed maar zo ontspannen varen is het niet. Het water is gelukkig glashelder, zodat je prima kan zien waar je tegenop knalt.

Exuma’s (Shroud Cay) – Nassau (Providence Island) (± 45Nm)

Een relatief kort tripje zonder wind. De pruttelaar gaat aan en zonder problemen komen wij aan in Nassau. Wat een contrast met het zuidelijk deel van de Bahama’s. Ongelooflijk dure landgoederen, mega hotels, 4 – 5 cruiseschepen per dag, megajachten, jachthavens en ankerplaatsen, maar ook armoede en diefstal. Hier wordt je er constant aan herinnert je hebben en houwen op slot te houden. Er is veel loslopend security personeel.

 

Wat hier maar ook op andere plaatsen zo opvalt is dat de mooie optrekjes er zo verlaten bij staan. Wel met veel personeel, die ervoor zorgen, dat de grasprietjes netjes op een rij blijven, alles spic en span blijft, de terrassen bevolkt blijven met tafeltjes en stoeltjes met kleurige parasols, maar zonder inwoners. De huizen zien er leeg uit.

Hetzelfde geldt voor de megajachten. Wel loopt het personeel de hele dag te poetsen om dat ene spatje zoutwater weg te poetsen en de boel op orde te houden, maar van enige eigenaar is geen spoor te bekennen. Het doet allemaal een beetje absurd aan.

 

Je zou kunnen bedenken, dat het geld op een wat zinniger manier besteed zou kunnen worden. Maar ja……..wie ben ik.

Terugblikkend op de 3 weken Bahama’s en mijzelf de vraag stellend “Wat vind je hier nou van?” dan kijk ik terug met gemengde gevoelens.

Het Zuiden van de Bahama’s is triest. Meerdere malen verwoest door de hurricanes. Een kapotte infrastructuur. Een vluchtende bevolking naar veiliger gebieden. Een kleinere groep overblijvers, die welgemoed er wat van proberen te maken. Uiterst vriendelijke en warme mensen, die je steeds overal mee willen helpen en daar niets voor vragen. En je voelt je veilig. Ook niet onbelangrijk.

De Exuma’s

Een beetje saai. Elke dag snorkelen, vissen en varkentjes bekijken gaat op den duur wel wat vervelen.

De afstanden van de ene hotspot naar de andere is te groot. De contacten met anderen zijn minimaal, omdat iedereen “trekkend” is. Mooi om het gezien te hebben, maar het is na 1 x wel genoeg zo.

Nassau

Redelijk groot eiland. Extreme rijkdom en armoede. Het aan de noordzijde gelegen Paradise Island is één en al kunstmatigheid. Super jachten, super hotel, super golfresort, super etc. Mooi voor een paar uurtjes, maar authenticiteit en “het leven” of beter het “doorleefde” ontbreekt volkomen.

2 gedachtes over “De Bahama’s (vervolg)

Plaats een reactie